Dag 1 Donderdag 19 Okt.

Om ergens te komen moet men eerst reizen. De eerste dag is dus de reisdag. Op schiphol kennis gemaakt met het reisgezelschap en de tickets in ontvangst genomen. Om 15.30 uur vertrokken we met English Midlands, vanaf schiphol, naar london. De vlucht duurde nog geen uur en natuurlijk kwamen ze in het vliegtuig al weer met eten vervelen. Op Heahtrow moesten we 4 uur wachten op de vlucht met South African Airlines naar Kaapstad. Marieke moest steeds roken. In een onooglijke super grootte glazen kooi mocht ze dit doen, en nergens anders. Zonder vertraging gingen we om 23.00 uur (en nog wat) de lucht in. In de nacht hebben we wel wat kunnen slapen, de een met de ander zonder slaappil. Op onze vliegstoel lag vanalles klaar, een kussen, een deken, een “overlevingsset” met als inhoud, 1 paar sokken, tandenborstel, tandpasta, ooglapje, leuk hé.

Dag 2 Vrijdag 21 Okt.
Lekker vroeg in de morgen (9.30 uur) stapten we het vliegtuig uit (gelukkig). We waren redelijk stijf en gekreukt. Bij de uitgang stonden Ellen en Marcel van Zandwijk, direktie gemsbok reizen, ons gezelschap op te wachten. Na een hartelijke begroeting werden de huurbus en auto ingeladen en vertokken we naar onze eerste stop, Houtbaai. Omdat we redelijk vroeg waren en nog niet naar het gasthuis konden gingen we in een winkelcentrum koffie drinken. Genietend in de lekkere ZA zon kwamen we al snel op temperatuur. Na de koffiestop gingen we naar het haventje van Houtbaai. Tot ieders verrassing waren in de ingang twee walvissen aan het dartellen. Dit was vrij uniek voot houtbaai. Ook nog enkele spelende, en om vis zeurende, zeehonden bekeken. Hierna ging het naar het gasthuis, mooi gelegen op een berghelling boven de baai, met een weids uitzicht. Onze kamer was in het soutterain. Lekker opgefrist konden we er tegenaan voor de volgende ronde. In een strandtent hebben we buiten de lunch genoten. Dit liep wel uit omdat al snel bleek dat onze medereizigers erg borgoundische eters zouden zijn. (met veel wijn) Op naar de Tafelberg, helaas het waaide te hard en het tafelkleedje lag erop (De top lag dus in de wolken), zodat bezoeken niet mogelijk was. Daarom het programma omgegooid en zijn we de midden in Kaapstad gelegen botanische tuinen van Jan van Riebeek en het Afrika museum wezen bezichten. In dit museum kregen we van Ellen een uitleg hoe de Afrikaner bevolking in elkaar stak. De verschillen tussen Blank, Kleurling, Zwart, Zulu, Kosho werd ons nu een stuk duidelijker. Ook nog even in de kerk geweest welke een grote rol gespeeld heeft in het afschaffen van de apartheid. Hierna zijn we naar “signal Hill” gereden. Op deze heuvel staat een kanon uit de tijd van Jan van Riebeek, elke dag om 12.00 uur wordt hiermee nog een schot gelost. Het mooiste op de hill is echter een magnefiek uitzicht op de zonsondergang. De zonsondergang wordt door de lokale bevolkingdruk bezocht, met drank en champagne. Hierna zijn we lekker gaan dineren en om 22.30 uur, redelijk moe,het bed in gedoken.
Tot Morgen.

Dag 3 Zaterdag 21 Okt.

Om 8.00 uur zaten we aan het ontbijt. Ontbijt met volop vers fruit, yoghurt, cerals, div eieren, bacon, worstjes e.d. Helaas dit zijn wij niet gewend dus namen we maar een beetje. Hierna ging het naar de tafelberg. Deze lag lekker in de zon te schitteren. Door een grote, ronde, gondel werden we naar boven getakkeld. Bovenop waaide het wel, maar het prachtige uitzicht vergoedde dit. Vanaf deze plek heb ik het eerste e-mailtje naar holland verzonden. Na de tafelberg zijn we in het Lord Nelson hotel wezen High thea’en. Poep en poep sjiek. Hierna naar Waterfrond gereden voor een tour met een jonge zwarte afrikaan (Nevin). Allereest bezochten we het vroegere distikt 6. Hier zijn in de apartheitsjaren alle zwarte inwoners (65000) verdreven en alle huizen platgewalst, omdat er woonruimte voor de witmensen moest komen. Nog steeds is dit, midden in de stad een braak liggend terrein, uit respect wordt er door zowel zwart en blank niet op gebouwd. Opvolgend zijn we naar de township Lana gereden. Eest zijn we bij “big fat monica” heerlijk Afrikaans wezen eten. Daarna hebben we een lange rondrit gedaan, een traditionele medicijnman bezocht. Zwarte gaan eerst naar de medicijnman, daarna naar de gewone dokter. Zijn huis hing en lag vol met dieren-, bomen-, planten resten waaruit poedertjes gemaakt werden. (Kan niet gezond zijn !) Ook zijn we een sheeba (clandestiene kroeg) binnen geweest en tradioneel bier geproefd vies, vies !. Het alcohol probleem is immens onder de zwarte bevolking. De oma van nevin vereerden we ook met een bezoekje. Zij onderhield zich door het maken van kleren, voornamelijk voor de kerk. Ook had zij nevin de naaldkunst bij gebracht. Helaas mijn fototoestel gaat stuk. Waarschijnlijk zand in de lens zodat autofocus niet meer werkt. Diep, zeer diep onder de indruk werden we door nevin weer aan het waterfront afgezet. We hebben vandaag in Lana gezien: - Huis van Mandela (toen deze nog prof bokser was) - School waar de taalstrijdprotesten begonnen zijn. - Stalletjes waar de koeienkoppen open en bloot lagen. -Kinderen, massa’s kinderen. - 90% werkelozen. - Zwaar bewapende politiebussen. - Drank, drank, drugs en vooral AIDS probleem. - krotten, duizende krotten. - armoede, immense armoede. Hier wordt je wel effe stil van, en raak je diep onder de indruk, tevens ging ik me realiseren hoe ontzettend goed wij het in het nederlandse wel niet hebben................

Dag 5 Maandag 23 Okt.

Om 8.00 ontbijt, waarna de koffers weer gepakt konden worden voor de doorreis. Op weg naar Cape Point of te wel Kaap de Goede Hoop. Dit is overigens een Nationaal park. Meteen in het park aangekomen wordt Johan ziek. Vreselijke hoofdpijn, Maag krampen, loodzware benen, overal spierpijn en knots beroerd, dus is marieke alleen de rots opgegaan en heeft ze aan het eind van Afrika gestaan. Nu op weg naar de kaap zelf. Onderweg was het slecht weer, koud, regen en mist vlagen maar we hebben de bobejanen (apen) voor en op de auto gehad. Ook hebben we voor het eerst de wilde struisvogels en springbokken gezien. Na het park komen we in een kustplaatsje Bolder, waar een strand is met honderden pinguïns erop. Ook hier is marieke alleen wezen kijken. Dan snel op weg, via de snelweg, naar het gasthuis. In Hermanus aangekomen gaan we toch even aan de zee kijken of dat we de walvissen kunnen ontdekken. Nee dus, ook voor deze beesten zal het weer wel te slecht geweest zijn. Om ongeveer 18.00 uur arriveren we in het gasthuis. Om 18.05 ligt Johan al diep onder de wol. Marieke drinkt nog iets met de groep, en kruipt daarna naast een steeds zieker wordende johan. Koorts loopt op naar 39,3. Afwachten wat morgen brengt.

Dag 6 Dinsdag 24 Okt
De hele nacht geslapen en Johan is koorts vrij maar nog niet fit., eet niets drinkt alleen rooibos thee. Hier scheiden we ons van de groep. Wij gaan met ons vw polo'tje een andere route volgen. Om 10.00 uur zijn we vertrokken, weer even naar de walvissen kijken maar weer niks. De japanners zouden vragen: “On what time do the wales perform”. We zijn via de A2 langs de kust naar Summerset-West gereden en vandaar omhoog naar de wijnstreek. Hier verbeterd het weer. In Stellenbosch schijnt zowaar de zon. Bij de wijnfarm “Graceland” arriveren we om 13.00 uur. De gastvrouw was al op de hoogte gesteld dat er een zieke aankwam. Dit is een heel mooi huis met een zeer smaakvolle Afrikaanse inrichten, geen engelse kitsch en tierlantijnen. ‘s Middags even naar het stadje geweest en Oom sammie’s winkeltje bezocht.. Dit is een winkel dat er nog net zo uit ziet als in 1800 en nog wat, massief vol gepropt met de meest uiteenlopende dingen. Net zoiets als Cor de Bois vroeger in Berghem. ‘s Avonds bij de italiaan een lekker licht dineetje (met kaarslicht) en met de wijnfarm heer, Paul, zijn 2 rode wijnen geproefd.

Dag 7 Woensdag 25 Okt
Om 8.30 ontbeten en kennis gemaakt met de, prachtige, vrouw des huises. We kregen een e-mailtje overhandigd. Samen met Sue door het wijn gebied een mooie route uitgestipeld. Wij zijn nog even naar Summerset-West teruggereden en naar het gasthuis van vd Hurk (ex berghemmenaren) wezen kijken. Dit mocht er ook zijn. Op de wijnroutte zijn we bij Bosch en Dal uitgestapt en hebben we de oude gebouwen bekeken. Niets geproefd. In het natuurreservaat Jonkershoek hebben we een mooie route, over gravel, van 10 km gereden. Hier hebben we een slang, helaas, doodgereden. Rond vijf uur waren we weer terug in Stellenbosch en hebben we bij de plaatselijke VVV wat e-mailtjes verstuurd naar Nederland. In het gasthuis lag alweer e-mail op ons te wachten van Leo. Ook kregen we telefoon van Bep, want Anna maakte zich ongerust over Johan zijn ziek zijn.

Dag 8 Donderdag 26 Okt
Toen we waker werden waren de zwartmensen buiten al aan het werken, en kon marieke dus geen sigaretje roken (in de nachtjapon). Na een heerlijk ontbijtje hebben we afscheid genomen van Sue en gingen we richten Tulbagh. Onderweg in Paarl zijn we gestopt om nog even naar de mooie oude gevels te kijken. Helaas hier kreeg Johan weer een gigantische kramp aanval en moesten we weer verder. In Tulbagh logeren we op een mooie oude boerderij. Johan heeft zowat de hele middag op bed gelegen. Marieke heeft op het terras heerlijk van de zon zitten genieten. Het koude weer hebben we in de kleine Karoo achter ons gelaten. Later zijn we toch even naar het dorp gegaan waar ze een complete straat met oude gerestaureerde huizen uit 1800, en nog wat, hebben. Deze straat is helemaal rijksmonument.. Weer terug en nog samen even van de zon zitten genieten. Johan was weer opgeknapt. De gastvrouw had voor ons een heel leuk kamer restaurantje besproken, en op haar verzoek hadden ze voor Johan een speciaal menu gemaakt. Lekkere dikke bloemkoolsoep, waar de lepel stijl overeind in bleef staan, en een heerlijke salade. We hebben lekker vroeg de veren opgezocht en sliepen als roosjes.

Dag 9 Vrijdag 27 Okt
We werden vroeg wakker van de ......haan. Weer een lekker ontbijtje, maar dit keer geen eiertjes. Johan denkt dat hij daar steeds ziek van wordt. Weg gereden om 9.00 uur naar “de Doorns”, we werden hartelijk uitgezwaaid door de boerin. Onderweg naar de doorns hadden we een Trail te doen. We werden uiters vriendelijk ontvangen door Loise Bodie, die ons in haar Landrover mee de bergen in zou nemen. Voordat we bij Loise arriveerde hadden we op de bergweg nog een kudde bobbejanen gezien, alleen dit leek wel een kolonie mismaakte. Aan elke aap ontbrak wel iets, de een had maar een voet, de ander miste een stuk poot, weer een ander miste een hand, of onderarm. Aan Loise vroegen we hierover uitleg, het bleek dat op dit stuk weg nogal wat zware trucks met mais geladen reden. In de bochten verloren ze dan wel eens wat, en ja , appies zijn nieuwsgierig en hebberig, dan verlies je wel eens stukje lijf want een truck is toch sterker. Loise en wij stonden klaar in de lange broek en met de bergschoenen aan. Al vrij snel ging ze met de landrover rijden waar totaal geen pad of weg was, en ook nog ontiegelijk steil omhoog. Ik zal nooit meer zeggen dat een vrouw geen auto kan rijden, want wat zij met die landrover uithaalde..... We kregen een “fijnbos” safari voorgeschoteld, die bestond uit rijden, lopen, klauteren, en bush onderricht. Uiteindelijk ging het erom om diverse tekeningen, op verschillende plekken, te bekijken van de bosjesmannen “de SAN” die hier 1000 tot 7000 jaren geleden geleefd hadden. Na afloop van de 2½ uur durende tocht kregen we, gezeten op het gazon onder een verkoelende boom, een knots van een lunch aangeboden, verrukkelijk, en alles vers. Haar man bestierde een druivenfarm, eetdruiven, 80% voor de export. Door gereden naar Worchester en daar het openluchtmuseum “Klein Plasie” bezocht. Vol met oude huisjes, hutjes e.d. Om 17.30 kwamen we aan bij Merwida Country Lodge. Jezus mina wat een knoert van een huis. Zo’n kast van een huis die je kent van de amerikaanse planters families. Het huis had 11 gastenkamers, een joekel van een hal met aan tweezijde een grote marmeren trap, knotsen van pilaren met balkon aan de buitenzijde, helaas begon het, na goed en door kijken, wat vergane glorie te worden, alleen de gastvrijheid en vriendelijkheid van Diana vergoedde veel. Onze kamer leek wel een kleine balzaal. In het huis ook een heerlijke lasagna met salade meegegeten. Er logeerde een complete cast van een ZA soap serie, welke ons spontaan een fles wijn kwam brengen voor bij de lunch. Later met enkele van hun lekker, op z'n zuid afrikaans, nagetafeld.

Dag 10 Zaterdag 28 Okt
Heerlijk geslapen na 1½ fles wijn en een heerlijk bed. Om ½ negen ontbijt, dit moest voor 9.00 uur. Afscheid genomen van Diana en haar mooie huis voor een rit van 250 km, door mooie passen en afwisselende landschappen van de Kleine Karoo. Onder een boom, midden in de Tradows pas hebben even lekker gerust. De zon hoog boven ons, voeten in een bergbeekje, vogels fluitend in de stilte, is dat niet het Zwitser leven gevoel. Om 14.00 uur kwamen we in Stilbaai aan. Direct door gereden naar het strand en in een houten strandhuis een lichte lunch weggewerkt. Hierna het dorp links en rechts verkend, met de auto natuurlijk. Om 17.00 uur aangeland in het gasthuis “the buttercup”. Het klinkt afgezaagd, maar we werden alweer uiterst hartelijk ontvangen door Eveline, onze gastvrouw. We hadden een compleet beneden appartement met 2 slaapkamers, badkamer, keuken, toilet en zitkamer, met uitzicht op de baai en de zee, voor ons tweeën alleen. In dezelfde strandtent ook het avondmaal genuttigd, sparerips, met veeeeeel vet.. Stilbaai is een echte vakantieplaats voor de welgestelde, 4000 vaste inwoners, en in de vakantietijd 45000. 85% van de huizen is een (tweede) vakantiehuis, en niet zo maar een huisje, nee complete 2 verdiepingen paleizen met dubbele garage e.d.

Dag 11 Zondag 29 Okt
Eveline heeft een heerlijk ontbijt gemaakt. ‘S avonds moesten we al opgeven wat we wilde eten, weinig dus. Alleen dit vond Eveline maar niks dus had ze er van alles bijgehaald, vers fruit in overvloed, 5 soorten buitenlandse kaas, diverse vleeswaren, en nog bleef ze vragen of het wel genoeg was. Om half elf zouden we naar de plaatselijke palingkwekerij gaan kijken. Eveline had ons een picknickmand meegegeven, ze vond ons denk ik erg magertjes. Bij de vvv stond een kleurlinge meisje ons al op te wachten. Speciaal voor ons alleen was de rondleiding. De palingkwekerij was geen kwekerij, maar een grote vijver waarin enkele ouderparen palingen leefde die dan kleine palinkjes maakte, welke weer door een onderaardse “gang” naar zee konden. Ook wij mochten met kippeleverjes de grote palingen lokken en voeren. Helaas had Johan iets teveel lef en werd flink in z’n vinger gebeten door pa paling, welke zo dik als een bonenblik was en wel 2 meter lang. Hierna gingen we naar de oeroude “Visnetten” in zee kijken. Dit waren slim gestapelde stenen muurtjes in zee, welke bij eb kleine droge vijvertjes vormde, waaruit ze de vis voor het opscheppen hadden. Hierna reden we naar het zwarte/kleurlingedorp Melkhoutfontein, ongeveer 5 km van Stilbaai. Hier gingen we de botanische tuin bekijken. In dit dorp was een groot, zelf opgezet, project bezig “Voor de zwarte door de zwarte”. Oom Willie (82 jr.) beheerde de tuin. Oom Willie vond het schitterend dat wij uit Holland speciaal naar zijn tuin kwamen kijken, en dat wij hem nog konden verstaan ook. Hij had het wel erg koud, dit bleef ie maar zeggen. Na afloop hebben we de picknickmand aan oom willie gegeven (heeft het harder nodig dan wij), en nog wat blomzaaties gekocht en een donatie aan de tuin gedaan. Al met al was dit een zeer leuk uitje. (Noot: Helaas hebben we in 2001 vernomen dat oom willie was overleden.) Van hieruit op weg naar Mosselbaaij. Onderweg hebben we nog het museum van de Portugees Bartholomeus Diaz bekeken. Deze brave borst is in 1487 in ZA geland, een replica van het schip is in het museum aanwezig. In het bijgelegen park staat het oudste postkantoor. Dit is een grote boom, waarin je je post neer kunt leggen. Vroeger legde de zeelui op dezelfde manier hier de post klaar. Bij aankomst in het gasthuis, blijkt dat we op een Rozenkwekerij te recht zijn gekomen. 16000 struikjes staan er. Het uitzicht is prachtig over de bergen en dalen. De gastheer heeft voor ons een plaatsje in een restaurant besproken waar we heerlijke struisvogelbiefstuk hebben gegeten, we hebben nog niet zo lekker gegeten als vanavond.

Dag 12 Maandag 30 Okt
Dani, de gastheer, heeft een lekker ontbijtje gemaakt, samen met zijn zwarte bediende, gekleed in stijl met mutsje. In George (15 km) zijn we even naar de bank geweest, en daarna hebben we de 7 passenroute gereden. Onderweg naar een 800 jaar oude boom wezen kijken, zeer groot, hoog en dik, en hier ook een staptocht van een half uur in het bos gemaakt. De onzichtbare olifant hebben wij dus ook niet gezien, wel hier en daar grote poepies van de olifant ?. De hele weg ging nagenoeg over gravel, lekker veel stof gemaakt. Ook nog een oud goudzoekersdorp bezocht, alles wat er nog was, was een foto op een paal, en hier rij je dan 30 km voor om !!!!!!. Aan het eindpunt Krysna, even geshopt en wat gedronken, daarna doorgereden naar het speeltuintje van de superrijken, Plettenbergbaaij. Op het strand even wat geflaneerd. Terug naar Hoekwill, we sliepen in hoekwill en niet in Mosselbaaij, Pizza gegeten en naar bed. (kei klein en kort).

Dag 13 Dinsdag 31 Okt
Redelijk vroeg op want we moesten met de trein mee. We hadden een nostalgische treinreis geboekt in de Quenticica-choo-stjoe. In George naar het spoorwegmuseum van waaruit dit stoomtreintje vertrok. Het bleek al vrij snel dat de stoomloc vervangen was door een dieselstinkding. (Brandgevaar was de reden) De tocht duurde 2½ uur welke echt mooi was. Stijl langs de kust op, dwars door de bossen en bergen, over een joekel van een meer. In Krysna bleek al vrij snel dat het terug gaan een probleem zou worden, want we hadden enkele reis. De beloofde shuttlebus was nergens te vinden. Navraag gedaan en Ja, de shuttle was er wel maar moesten naar een bepaalde busnaam zoeken. Na een tijdje zoeken hadden we hem gevonden. We konden mee terug en zouden om 16.30 thuis zijn. Met de trein terug zou 17.00 uur worden. Na wat wikken en wegen (en ok un bietje steggele) zouden we toch maar met de trein teruggaan. In Krysna eerst wat gegeten, en om 14.00 uur weer bij de trein. Aan het loket kon ik geen kaartje terug kopen ???. Wat nu... De conducteur gezocht. Stap maar in, zij hij, we regelen wel wat onderweg. Nee, zij de Hollander, eerst zeggen wat het kost. Uiteindelijk konden we voor minder mee terug als de heenweg gekost had. Vlak voor vertrek kwam de shuttlebusrijder, die ook op de trein stond te wachten ?, zeggen dat hij toch niet terug reed, want wij waren de enige klanten....... Zo hebben we vandaag dus lekker getreind. ‘S Avonds kwam de ploeg ook hieraan, en zo zijn we met z’n allen, op stand, wezen eten. Met iets te veel op om 23.30 weer thuis.

Dag 14 Woensdag 1 Nov.
Wat later ontbeten deze dag, en ze snappen er nog steeds niks van dat we zo weinig eten. Na het fatsoeneren van de koffers zijn we om kwart voor tien vertrokken in de richting van de Rust. Onderweg kwamen we door de struisvogelfarm streek en hier moesten we ons het een en ander uitlaten leggen. Op zo’n farm zijn we wat wijzer geworden over de beestjes. In het verleden kon men stinkend rijk worden van de verkoop van de veertjes, nu levert dit geen knoop meer op. Het vlees is nu de grote inkomstenbron. 100% van de diertjes wordt gebruikt, voor van alles en nog wat. Marieke durfde niet op zo’n beestje “paardje” te rijden. Ik had tenminste nog de moed om boven op de struisvogeleieren te gaan staan. Hierna hebben we de Karoo Caves (grotten) bezocht.. We hebben de tour van een half uur gevolgd. Je weet wel stalagmieten en -tieten, en dat soort van uitleg, maar toch de moeite waard om het te zien. Na een schitterend mooie tocht over de Swartbergpas (24 km), gravel weg met ontelbare haarspeldbochten, en poepstijl en daarna nog door de meijeringskloof (12 km) met wanden van 300 mtr hoogte, kwamen we in gasthuis “die Gat” aan. Het gasthuis deed zijn naam eer aan. Vanaf het plaatsje de Rust, moesten we nog 7 km over gravel naar het midden van nergens en niks. Onvoorstelbaar dat hier zo’n mooie authentieke bewaard gebleven boerderij staat. Het interieur was nog uit de tijd van overgrootvader, en bleek ook al gebruikt te zijn voor wat film opnames. Ons bed staat in het vroegere klaslokaaltje. Dit gebouwtje is 150 jaar oud. Ze hadden nog een slaapspecialiteit, n.l slapen in een huifkar. De huifkar waarmee overgrootopa in deze streek was neergestreken, is nog bewaard gebleven, hier hebben ze bedden ingemaakt en er een gebouwtje omheen gebouwd. ‘S avonds na het (verrukkelijke) diner kwam de gastheer met zijn liefde voor de dag, rommelen met sterke dranken. Hij toverde toch een assortiment te voorschijn. Marieke en een Oostenrijkse gaste waren aan het eind van de avond geslaagd voor de “Piet Mampoer” test, en een beetje aangeschoten. Johan deed niet mee, hij vindt alle sterke drank nou eenmaal vies.

de Piet Mampoer test.

Piet Mampoer is een hele kleine sterke drank brouwer, waar Antoon een beetje gek van geworden is. Zijn gasten moeten 4 (kleine) borreltjes verschillende dranken opdrinken, en worden daarna toegelaten tot de exclusieve Piet Mampoer club. Bij de uitreiking van het certificaat krijgt de drinker een oud jagershoedje op z’nne kop en een jachtgeweer in zijn hand, en luisterd naar de inwijding.
Er moet gedronken worden.
1. Doringdraad (fles is omwikkeld met pikkeldraad) 75% alcohol.
2. Boer se Miele (gemaakt van Mais) 80% alcohol
3. Spookpiepie (drank heeft een groene kleur) 74% alcohol
4. Marula (amandelvrucht) 80% alcohol.

Spreuk op de Spookpiepiefles:
Hulie se’ eers maak hy jou aantreklik, dan word jij sterk, dan maak hy jou slim, en dan word jij gebliksem.

Dag 15 2 Nov.
We hebben als roosjes geslapen in ons klaslokaaltje. Ook onze gecertificeerde superdrinker. We moesten van Antoon ‘s morgens allemaal eerst aan de boerenkoffie. In de hoek bij het zwembad(je) had hij een nis gebouwd waar hij op houtvuur en in een ouderwetse koffiekan, koffie brouwde. Met veel melk en suiker ging het wel. Die voortrekkers moesten toendertijd betonnen magen hebben gehad. Na het ontbijt, gingen wij saampjes met Antoon in zijn landrover de bergen in. Achter in de openlaadbak gezeten, hobbelde en klutsten we in het rond. Na 3 kwartier afzien was de eerste stop. Boven op een top keken we uit over de inmense bergen en valleien rondom de Rust. Het was schitterend, vooral onder het genot van een glaasje champagne. Verder ging de tocht naar de slavendam. Dit is een dam die in de slavernijtijd, met de hand, is gebouwd door de zwartjes. Omtrent 1834-36 moet deze gebouwd zijn. Veel wild hebben we onderweg niet gezien, wel ontzettend mooi natuurschoon. Uiteindelijk zijn we een hele grootte schildpad tegengekomen. Midden in de stilte werd door Antoon gestopt, en moesten we hout gaan sprokkelen voor “de braai”. Op een houtvuurtje werd ons door Antoon een heerlijk maaltje bereid van Boerenworst met brood en salade. Uiteraard ontbrak de (gekoelde !!) wijn niet. Om 14.00 uur waren we weer thuis, flink gehuslt en gebuselt. Na een dipie (slaapie) gingen we met Antoon een huisje van een swartmens bezoeken. We zijn er ongeveer een half uur geweest, en we hebben heel prettig met deze man en vrouw zitten praten, over hun leven, werk, salaris en andere zaken. Achteraf bleek wel dat Antoon ons naar een van de meest heilige boontjes van de naburige farm had meegenomen. Na weer een fantastisch diner, we hadden nog niet en we zullen niet meer zo lekker eten, kwam weer het Antoons Mampoer avondje, dit maal met andere gasten.

Dag 16 3 Nov.
Na weer een voortreffelijk ontbijt, het begint afgezaagd te worden maar het is niet anders, nemen we afscheid van “die Gat” en zijn bewoners. Het kleine hulpje van Antoon had nog snel even onze wagen gewassen. Vanaf de Rust gaat het nu na Port Elisabeth, een rit van 400 km. Omdat we niet over de A2 willen gaan we aan de andere kant langs het nationale park Tsitsikamma over de R62. Dit is een ellen lange weg die maar duurt en duurt. Onderweg hebben we nog wel bobejanen gezien en voor de eerste keer de zoveel gehoorde “bokkies” Ver weg van de weg lag een grote vijver waar zeker 40 van die beestjes aan het drinken waren. De R62 voerde door een immens lange fruitvallei. In een centraal gelegen stadje hebben we in “granny’s shop”, 1001 dingen verkrijgbaar, koffie gedronken, sorry rooibos thee natuurlijk. Ik had best een beetje schrik om door Port Elisabeth te rijden, het is uiteindelijk een stad met 1,6 miljoen inwoners, maar dankzij de goede routebeschrijving van Ellen, verliep het probleemloos. Het gasthuis was in een mooie buitenwijk aan zee gelegen. Achteraf jammer dat we niet de A2 langs het netionale park genomen hebben, anders hadden we hier best nog een “trail” kunnen doen. De groep had dit wel gedaan en het was heel mooi geweest, met o.a. een grote (touw)hangbrug over een diepe kloof.

Dag 17 Zaterdag 4 Nov
Vandaag is het een superreisdag. Eerst gaan we 1100 km vliegen, en daarna 400 km rijden. Om 9,45 uur gingen we met de zilveren vogel omhoog richting Durban. De vliegtocht duurde een uurtje. In Durban weer een nieuwe VW Polo 1.6I Classic, kleur groen opgepikt. De groep kreeg weer eenzelfde witte VW bus. Vanaf Durban tot aan Pietermarienburg ging het over de snelweg, bijna helemaal 6 baans. In PM nog wat rondgereden, weg kwijt ???, onder andere door de zwarte wijk. Na PM via de lokale wegen, dwars door Zulu land, Kwazulu-Nathal. Hier veranderd de bewoning zeer sterk. Hier tref je nog maar zeer weinig dorpjes, stadjes maar ontzettend veel woonkralen. Dit is een nederzetting van enkele rondavels, waarin vaak een familie woont, 1 man met meerdere vrouwen, elke vrouw kost 11 koeien. Ook de blanke inwoners zijn op enkele handen te tellen. Enkele keren zijn we gestopt voor een fotosessie, al is dit niet aan te raden. In Dundee verblijven we op een grote, elektrisch omheinde ??, farm. ‘S avonds breekt er paniek uit in huize spanjers, Marieke is haar rugzak kwijt. 10 tegen 1 dat deze in een, smoezelig, restaurantje staat, 250 km terug. We kijken wel wat we morgen doen. In de bar legde we wat informele contacten met de aanwezige mensen. De farmfamilie hield een vrienden ruine. Na deze lange dag was het vroeg slapen geblazen.

Dag 18 Zondag 5 Nov
Marieke heeft de hele nacht niet geslapen, ze heeft geen oog dicht gedaan vanwege de rugzak. Maar het ontbijt brengt uitkomst. Voordat we aan tafel gingen nog even wat met de ruine afrikaners gesproken, en een complete zoektocht wordt op touw gezet. Een van de mannen heeft een tante in Greytown wonen, als deze de tas op kan pikken dan zal een ander hem met zijn koeriersdiens bij ons volgende adres bezorgen. En dit alles spontaan en zonder kosten. Alleen niemand wist waar het restaurant lag en wat de naam was. We werden er verlegen van. Vol goede moed dat alles zal reg kom, gingen we toch maar met de groep op pad. Allereerste gingen we in Dundee het museum bezoeken. Overblijfselen uit de mijntijd. Dundee zat (en misschien nog wel) vol met kolen. Hierna ging het weer dwars door Kwazulu naar bloedrivier. Hier heeft in 1839 de uiteindelijke slag plaats gevonden tussen de voortrekkers (blanke vestelingen) en de Zulu’s. Een leger van 12000 zulu’s tegen 485 blanke. Na afloop van de slag waren er duizenden doden onder de zulu’s en slechts één licht gewonde blanke boer. In zowel het boerenmuseum als het zulumuseum (overkant van de rivier) zijn we wezen kijken. In het zulumuseum kregen we, ongevraagd, een toer van een zulujongen. Deze vertelde zo enthousiast over zijn geschiedenis, dat we erg krap in onze tijd kwamen te zitten. Omdat er strubbelingen waren konden we niet naar de ingang van het Hluhluwe-Umflozi park en daarom had Ellen voor het kleine Italpark gekozen. Al direct bij binnenkomst zagen we de eerste wilde dieren. Neushoorns, buffels en nog meer. Wat we ook gezien hebben, en zeer zeldzaam bleek te zijn, was een Serval en een Tierboskat. Helaas konden we hier slechts een uurtje blijven. Via een lange gravel weg bereikte we ons volgens gasthuis in Hluhluwe. Een ananasplantage was ons onderkomen. Het weer was hier al tropisch, plakkerig warm en bedompt. Het huis was een grote rondavel, met dikke balken en een rieten kap. De balken waren allemaal vers gecarboleumd, stink stink, en airco of waaier hadden we niet op onze kamer. Ook was het water diep roestbruin en niet drinkbaar. Maar toch was het hier leuk.

Dag 19 Maandag 6 Nov
Om 8.30 ontbijt en daarna op weg naar een zuludorp bezichtiging. Dit bleek meer een vorm van openluchtmuseum te zijn met “verklede zulu artiesten”. Al met al was het toch leuk om te zien vooral de dansshow op het eind. Vanaf het Zulu dorp gingen we nu naar het hluhluwe-Umflozi wild game reserve, oftewel het wildpark. We gingen gescheiden van de groep ons eigen wild bekijken. Nog geen 5 minuten na binnenkomst hadden we al een flinke kudde olifanten voor de lens. Verder het park in om de big Five te ontdekken. We hebben gezien: Olifanten, bobejanen, giraffen, neushoorns, bokkies, zebra’s en een leguaan, van wel een meter lang. Aan het eind van de middag, als we op weg zijn naar de uitgang vinden we op een bergweg ons pad verspert door een knots van een neushoornstier. Heel langzaam en op eerbiedwaardige afstand rijden we achter hem aan, in de hoop dat we voorbij kunnen. Helaas, hij was niet van plan om ons ruim baan te geven. Dit betekende dus omkeren, en zeker 20 km terugrijden. Laat ons nu op de terugweg de groep tegenkomen. Zij dus heel nieuwsgierig op weg naar de neushoorn. Later hoorde we dat het maar goed was dat we omgedraaid zijn, omdat de neushoorn een heel slecht zichtvermogen, maar een goed gehoor heeft. Als hij geschrokken was en zich omgedraaid had, op het moment dat wij zouden passeren, hadden we waarschijnlijk met onze polo op de kant gelegen, om over de rest maar te zwijgen. Om 19.00 uur waren we terug, lekker gegeten en vroeg naar bed.

Dag 20 Dinsdag 7 Nov
Om 04.00 uur loopt de wekker af, en om half vijf zitten we in de auto om weer naar het wildpark te gaan. Langzaam wordt het licht, en zien we ook de diverse dieren ontwaken. Om 7.30 hebben we een ochtendpicknick. Lekker in de vrije natuur, met uitzicht op de rivier, waar op de oever een hele kolonie apen zit te spelen. Alle wilde beesten hebben we weer gezien. Tot half elf zijn we in het park gebleven. Om 12.00 uur gingen we in st. Lucia op een platboot om in de delta naar krokkodillen en nijlpaarden te kijken. De krokodil heb ik geaaid, lag gelukkig te slapen. De nijlpaarden hebben we vanaf eerbiedige afstand bekeken Trouwens, de nijlpaarden zijn verantwoordelijk voor de meeste menselijke slachtoffers, die door de big five sterven. Om 14.00 uur terug naar het gasthuis. In Hluhluwe zijn we naar de ijzerwinkel gegaan, en , hiep-hiep-hoera, de rugzak was keurig gearriveerd. In een verzegelde krat met tekst “Only to be open by dutch tourist”. Dat hadden de Zuid Afrikaners toch maar mooi geregeld. Na lekker uitrusten aan de rand van het zwembad, gaat Kobus voor ons een lekkere Braai maken. Wat hebben we gesmuld. Braaien dat kunnen ze wel, met joekels van lappen vlees.

Dag 20 woensdag 8 Nov
Om 6.00 ontbijt en daarna met Kobus, in z’n landrover, een tochtje over zijn ananas plantage. Hij heeft 25 ha land. Op een stuk grond kun je maar 1x per 5 jaar ananassen oogsten. Even een weetje....Ananassen worden “geel” geverfd. Om 9 uur op weg naar het Paul Kruger Park. Hiervoor moesten we 500 km rijden. De rit ging dwars door het onafhankelijke Zwasiland. Aan de beide grenzen moest dus de nodige formaliteiten worden afgehandeld. Aan de zwasikant ging alles met de hand, in grote boeken werden we genoteerd. Computers zijn hier nog niet door gedrongen. Zwasiland is dun bevolkt, vrij vlak, stront arm en leeft van de suikerriet.. Vandaar dat we dus maar af en toe een auto tegen kwamen. In het Paul Kruger Park, en wel in Lower Sabie, hadden we onze overnachting. Op de weg er naar toe hebben we bij een plaatselijke Spar wat voor het avondmaal ingeslagen, want we hadden een avonddrive. Om half acht gingen we met z’n allen in een grote landrover om tot half elf beestjes te bekijken. In het donker zie je toch weer andere dieren die op jacht gaan dan overdag. Zo hebben we een roedel wilde honden gezien. Hiervan leven er nog slecht ongeveer 700, vorig jaar nog 2000. Op het glinsteren van de oogjes moesten we afgaan om iets te ontdekken. Op de wagen had de ranger, met een zwaar olifantengeweer om de schouder, en twee passagiers een sterke lamp. Na de safari bij ons huisje, samen met Ellen de broodjes op gegeten, en weer lekker vroeg naar bed.

Dag 22 Donderdag 9 Nov
Vandaag weer vroeg op. Ontbijt met Ellen op het grote terras, we verorberen wat we nog over hebben van de vorige avond, en nog wat broodjes uit de cafetaria. Om half negen waren we weer in het park. Al vrij snel kwamen we een grote groep apen tegen. Onderweg bij een kunstmatig aangelegd uitkijkpunt gestopt en van hieruit de nijlpaarden met babynijlpaard op ons gemak zitten bekijken. Onderweg van alle soorten wild weer gezien, olifanten, giraffen, bokken etc, maar geen leeuwen en/of luipaarden, jammer jammer. Het park is zo groot dat je er best een week door kunt brengen. Op een piknickplaats een sandwich gegeten, alwaar een nederlands vrouw ontiegelijk op haar falie kreeg van een ranger omdat ze appies aan het voeren was. De ranger “ Jullie de beesten voeren, en wij de beesten doodschieten omdat ze lastig worden”. Om 16.00 uur het park verlaten, via de Paul Kruger gate, opweg naar Sabie. Het laatste gasthuis in ZA. Weer een pracht van een huis. Nag even een pizza gaan eten, Johan had ¼ en marieke ½ op, zo machtig waren ze.

Dag 23 Vrijdag 10 Nov
Het begint op z’n eind te lopen. Vandaag de voorlaatste dag alweer. Vandaag gaan we de “panoramaroute” rijden. Het eerste gedeelte loopt door de gigantische bossen, bestemt voor de houtkap, dus allemaal aangelegd, het laatste gedeelte door stille kale bergen. In elk boek over ZA staat deze route wel vermeld. Het wordt een schitterende tocht, met veel zon en hitte. Onderweg komen we langs een verscheidenheid aan watervallen. We gaan ze niet allemaal maar wel veel bekijken. Sommige van boven, andere weer van beneden. Bij de “Potholes” (nationaal park) stoppen we wel. In de loop van miljoenen jaren heeft de rivier hier allerlei rare “gaten” in de rotsen uitgesleten waardoor het water stroomt.. Langs verschillende uitkijkpunten vervolgen we onze weg tot bij de “Rondavels”. Dit alles is gelegen in het vorige Nat. Park. Het lijkt sterk op de grand canyon in Amerika. De “Rondavels” zijn 3 rotsen die gelijken op de ronde negerhutten uit Kwazulu-Natal. Hierna vervolgen we de weg weer terug. Bij “Gods Window” ook gestopt en genoten van het fenomenale uitzicht.. Hierna naar Pelgrins Rest. Een historisch Mijnzoekers dorp wat nog elk jaar zoekwedstrijden, naar goud, in de bergen organiseerd. Het is wel super toeristisch. Op de terugweg slaat het weer volledig om. Het begint te regenen en het wordt koud. Dus terug naar huis en de regenjassen gehaald. Hierna hebben we aan de andere kant van Sabie ook nog twee watervallen bekeken. Bij laatste hadden we, ongevraagd, een opmerkelijke gids. We werden door een hond keurig naar de waterval geleid, en ook weer terug. Elke keer als wij verkeerd liepen bleef hij net zolang staan totdat we hem weer achterna kwamen. Onderweg moest ik ook telkens wat houdjes weggooien welke hij weer terug bracht.. Al met al was het een prachtige afsluitingsdag van onze vakantie. Na de (traditionele) groepsborrel, lekker met z’n alle wezen eten, en voor de laatste keer in ZA naar bed.

Dag 24+ 25 Zaterdag 11 & Zondag 12 Nov
Roy Orbison zong het met zoveel gevoel, en wij ervoeren dit, toen we opstonden, ook. IT’S OVER, IT’S OVER. Na het ontbijt werden de koffers gepakt. Na afscheid nemen van Ellen en de rest van de groep werd de polo voor de laatste keer gepakt. Om in Johannesburg op het vliegveld te komen hadden we nog 500 km voor de boeg. Het zou geen toeritische route worden, maar voornamelijk snelweg (A2). We hadden best wat tijd want we hoefde pas om 18.00 op de luchthaven te zijn. Wat zijn de wegen toch perfect, en wat is autorijden hier toch nog ontspannend. Rond de middag zijn we in Middelburg nog naar een ex missiepost met NeBeBle nederzetting geweest. Ook dit was weer een Nationaal Park. Entree vijfendertig cent !!!!. De oude gebouwen uit de missionaris tijd, met kerk en seminarie, stond er nog. Nu was het een overnachtingsplaats. Deze plek word momenteel gebruikt als picknick en overnachtingsplaats. In het kerkje begon trouwens een trouwerij. De heren waren volgens de ons bekende mode gekleed, alleen de dames liepen 20 jaar achter. We hebben soms wel gegniffeld bij het zien van deze “mode”. In het NeBeBle dorpje zijn we ook nog geweest. Alleen voor de toerist opgezet dus. 2 volledig in klederdracht negerinnen zitten er voor de foto’s te zitten, en rijgen wat kralensnoeren aan elkaar, wel gemakkelijk kunnen onze missionarissen zich beperken tot alleen de spiegeltjes nog meebrengen. Hierna was het echt afgelopen. Net toen het op de weg, rond Johannesburg, druk begon te worden viel er een enorme hoosbui uit de lucht. De polo, en met hem vele, kreeg even rust, want je zag geen hand voor ogen. Om haf negen gingen we de lucht in. Om 7.30 (Zondagmorgen) stapte we in Frankfurt over van South African Airlines op de Duitse Lufthansa. Wat een verademing voor de beenruimte was dat. Trouwens Frankfurt is een ontzettend groot vliegveld, hierbij is Schiphol een provinciaaltje. In Amsterdam stond broeder Henk en Nellie ons op te wachten.

Helaas ontbreken de foto's. Toendertijd had ik nog geen digitaaltje. Op de pagina's van 2002 vindt U er wel.